Eerder Onderzoek

Samenvatting rapport ‘Sporten, bewegen en alopecia’ (Haagse Hogeschool, 2019)

Algemeenwalk-2635038-1920
Op verzoek van de Alopecia Vereniging is onderzoek gedaan naar het verband tussen sporten/bewegen en de kwaliteit van leven bij mensen met alopecia. Het onderzoek is uitgevoerd door vierdejaars-studenten van de Haagse Hogeschool, afdeling Huidtherapie. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van zowel literatuur- als praktijkonderzoek.

Praktijkdeel
Het praktijkdeel bestond uit een enquête welke is uitgezet op de website en Facebookpagina van de Alopecia Vereniging. De enquête bestond uit een versie voor mensen die wel sporten/bewegen en mensen die niet sporten/bewegen. Hier zijn 95 relevante respondenten uitgekomen waarvan 75 respondenten wel sporten/bewegen en 20 respondenten niet sporten/bewegen. 

Resultaten
Uit het onderzoek komt naar voren dat sporten/bewegen invloed heeft op de kwaliteit van leven bij mensen met alopecia.

  • De respondenten die wel sporten/bewegen geven hun kwaliteit van leven gemiddeld een 8,5.
  • De respondenten die niet sporten/bewegen geven hun kwaliteit van leven gemiddeld een 6,8

De respondenten die wel sporten/bewegen geven aan beperkt te worden tijdens het sporten/bewegen door de alopecia.

  • Ze worden met name beperkt door het haarwerk.
  • Dit is tevens de voornaamste reden waarom de andere groep respondenten niet doet aan sporten/bewegen. 
  • Wanneer de beperkingen verholpen kunnen worden zeggen de respondenten die niet sporten/bewegen wel te gaan sporten/bewegen.
  • Daarnaast geven beide groepen aan dat hun kwaliteit van leven verder omhoog zal gaan.


 Adviezen

  • Het voornaamste advies is gericht op de zorgverleners: kijk samen met alopeciapatiënten hoe ze op een goede en voor hun acceptabele manier kunnen blijven sporten/bewegen in hun dagelijks leven.
  • Leden binnen de Alopecia Vereniging kunnen dit ook onderling met elkaar bespreken om zo voor zichzelf een passende manier voor meer sporten/bewegen te vinden.
  • Daarnaast wordt het advies meegegeven om onderzoek te doen naar de mogelijkheid om een haarwerk te ontwikkelen waarmee zonder beperkingen gesport kan worden.
  • Ook kan een programma op gericht worden waarin ondersteuning geboden wordt om mensen te helpen om zonder haarwerk te gaan sporten/bewegen.

Wil je het volledige rapport lezen? Klik dan hier.


 

Ontwikkelingen rondom JAK-remmers

Verschenen Alopecia Magazine oktober 2018 - door Max Nods

Via verschillende media hebben we in het verleden bericht over veelbelovende onderzoeken aan de Columbia University in New York, waarbij professor Angela Christiano en collega’s betrokken waren. Onderzoek met bestaande geneesmiddelen Tofacitinib en Ruxolitinib op in eerste instantie muizen en later ook op mensen, liet veelbelovende resultaten zien en in sommige gevallen was er sprake van volledig herstel van haargroei. Wel moet erbij worden vermeld dat na het stoppen van de behandeling het haarverlies meestal weer optrad.

Het betreft zogenaamde Janus kinase (JAK) remmers. Deze JAK eiwitten zijn eiwitten of enzymen die bij signaaltransductie -het doorgeven van signalen binnen een cel- van cytokinen* betrokken zijn en zo een invloed kunnen hebben op de regulering van het immuunsysteem. De bestaande medicijnen zijn bedoeld en goedgekeurd voor de behandeling van o.a. reumatoïde artritis en voor behandeling van o.a. een vergrote milt en bloedziekten. Nu blijkt dat de haargroei hersteld kan worden als de JAK enzymen in de haarzakjes geremd worden.

De Columbia Universiteit bezit de patenten op de behandeling van alopecia. Het lijkt erop dat de gebruiksrechten door de Columbia University exclusief zijn vergeven aan een farmaceutisch bedrijf, Aclaris Therapeutics. Dit bedrijf is een reeks clinical trials in Amerika gestart in 2018 en mag van de FDA (Food and Drug Administration) voor dit medicijn een versnelde toelatingsprocedure voor Alopecia volgen.

Het bedrijf bericht positieve interim analyse -een tussentijdse analyse- resultaten in juli 2018. Het lopende onderzoek wordt naar verwachting eind 2018 afgesloten. Onderzocht wordt een uitwendig aangebrachte JAK 1/3 remmer (AT-502), en er wordt gesproken over het meest geavanceerde clinical trials alopecia programma in Amerika. Afwachten dus maar, wanneer de wetenschappelijke publicaties zullen komen. Maar er zal naast de werkzaamheid, toch ook naar de veiligheid en bijwerkingen van het medicijn moeten worden gekeken.

In het gunstigste geval -indien het medicijn als veilig en werkzaam wordt goedgekeurd door de FDA- wordt verwacht dat het medicijn in Amerika pas op z’n vroegst in 2020 door artsen kan worden voorgeschreven. In Europa zou nog een eigen toelatingstraject gevolgd moeten worden, en zal het dus zeker nog wat langer duren. En de exclusieve rechten bij één farmaceutisch bedrijf zullen een eventueel medicijn beslist niet goedkoop maken. Er zullen dus ook nog wat ronden met onze Zorgautoriteit moeten worden gevolgd.

* Cytokinen zijn de hormonen van het afweersysteem die de afweercellen gebruiken om met elkaar te communiceren. Cytokinen stimuleren of remmen het afweersysteem

 

De laatste ontwikkelingen van de werkgroep onderzoek - juni 2018

Max Nods, voorzitter van de Alopecia Vereniging en werkgroep onderzoek praat je bij over de ontwikkelingen op het gebied van onderzoek m.b.t. alopecia.

Onze onderzoekswerkgroep heeft de laatste maanden weer niet stil gezeten. Op verschillende vlakken hebben we kleine stapjes kunnen zetten.

Waar we wel elke keer tegenaan lopen, is het gegeven dat alopecia nog niet altijd als een ziekte of een zware last wordt gezien. Het wordt vaak afgedaan als een cosmetisch ongemak, en daarbij wordt voorbij gegaan aan de psychosociale lasten die de aandoening mogelijk met zich mee kan brengen. Denk daarbij niet alleen aan de persoonlijke belasting, maar ook aan de maatschappelijke lasten als mensen thuis komen te zitten en niet actief bijdragen.

Een belangrijke recente Amerikaanse publicatie (Journal of American Academy of Dermatology 2018) van Korta e.a. (alopecia areata is a medical disease) laat zien dat alopecia areata een medische aandoening of ziekte is en niet een cosmetisch dingetje. Dat kan ons helpen in onze discussies met specialisten, maar ook met geldschieters van onderzoek.

Enkele maanden geleden zijn we uitgenodigd door de dermatologen vereniging (NVDV), om mee te denken over kennishiaten in de dermatologie en hun onderzoeksagenda. We zijn vol enthousiasme van start gegaan met onze eigen onderzoeksagenda, om te proberen daarvoor steun te krijgen.....

Lees hier verder


 

Literatuurstudie alopecia areata brengt verbanden in kaart

2017

Voedingstoffen en alopecia areata

‘Er is meer onderzoek nodig naar het effect van suppletie van voedingsstoffen op het verloop van alopecia areata in de vorm van Randomized Clinical Trials alvorens patiënten een gefundeerd advies kunnen krijgen over voeding. In het bijzonder dient te worden onderzocht wat de (lange termijn) effecten zijn van suppletie van zink, vitamine D, vitamine E, quercetine en antioxidanten op haargroei en de voedingsstofgehaltes in het bloed. Er zijn aanwijzingen dat deze voedingsstoffen in verband staan met alopecia areata. Tevens is nader onderzoek naar verlaagde waardes van andere voedingsstoffen in het bloed wenselijk om een completer beeld te krijgen van de relatie tussen alopecia areata en verschillende voedingsstoffen.’

Met deze aanbevelingen sluiten Sieuwke de Vries en Juliette Bosch hun afstudeerscriptie over de relatie tussen alopecia areata en voedingstoffen af. Sieuwke en Juliette, twee studentes huidtherapie aan de Hogeschool Utrecht, deden voor hun afstuderen een explorerend literatuuronderzoek naar een mogelijk verband tussen alopecia areata en voedingsstoffen.

Tekorten en suppletie
Uit het literatuuronderzoek blijkt dat er associaties zijn tussen alopecia areata en een verlaagd zinkgehalte, vitamine D-gehalte en vitamine E-gehalte. Tevens zijn er associaties tussen alopecia areata en quercetine. Deze stof zou invloed hebben op de haargroei.

Zink
Meerdere onderzoeken laten zien dat het zinkgehalte in het bloed van patiënten met alopecia areata significant lager is dan bij een gezonde controlegroep. Echter, ook bij de alopeciapatiënten was de zinkwaarde binnen de normaalwaarden, dus niet ‘te laag’ volgens de richtlijnen. Er zijn slechts twee kleine studies gevonden naar het effect van zinksuppletie (zinkgluconaat 30 mg/dag en 50 mg/dag). Hoewel te klein om een duidelijke conclusie te kunnen trekken, lijkt een toename van zink in het bloed gepaard te gaan met herstel van de haargroei in meer of mindere mate.

Vitamine D
Uit twee onderzoeken kwam naar voren dat het vitamine D-gehalte significant lager was bij mensen met alopecia areata, in vergelijking met de gezonde controlepersonen. Bij 91% van de patiënten lag het vitamine D-gehalte lager dan de norm van 20 ng/ml (of 50 nmol/l - de in Nederland gebruikte maat). Er is overigens veel discussie over wat de juiste ondergrens zou moeten zijn voor vitamine D. De gezondheidsraad hanteert voor Nederland een ondergrens van 30 nmol/l tot 70 jaar en 50 nmol/l voor 70+.

Een ander onderzoek toonde een significante negatieve correlatie aan tussen de uitgebreidheid van alopecia areata en het gehalte van vitamine D3 in het bloed van patiënten. Hoe uitgebreider de alopecia areata, hoe lager het vitamine D-gehalte in het bloed.

Er werden geen kwalitatief goede onderzoeken gevonden naar het effect van vitamine D-suppletie en herstel van haargroei bij alopecia areata.

Vitamine E
Er is slechts één kwalitatief goede studie gevonden naar de relatie tussen vitamine E in weefselbiopten en bloed bij 15 alopeciapatiënten. Deze studie liet zien dat het gemiddelde vitamine E-gehalte in de weefselbiopten en het bloed bij mensen met alopecia areata significant lager was dan bij de controlepersonen. Er werden geen kwalitatief goede onderzoeken gevonden naar een effect van vitamine E-suppletie en herstel van haargroei bij alopecia areata.

Quercetine
Er is één studie gevonden waarin toediening van quercetine bij muizen alopecia areata lijkt te voorkomen en nieuwe haargroei te bevorderen.

Conclusie
Alhoewel er aanwijzingen zijn voor de eerdergenoemde verbanden tussen alopecia areata en voedingsstoffen/voedingsstofgehaltes, is het niet mogelijk hierover geldende uitspraken te doen, vanwege de gemiddeld lage wetenschappelijke waarde van de studies. Er zijn weinig tot geen studies naar het effect van suppletie op het verloop van alopecia areata en in geen van de onderzoeken werd de meeting van de bloedwaarde herhaald om fouten uit te sluiten en/of het verloop over de tijd te volgen. Hierdoor is niet duidelijk of en in hoeverre veranderingen in de voedingsstofgehaltes invloed hebben op het verloop van de kwaal. De onderzoeken zijn bovendien grotendeels in het Midden-Oosten uitgevoerd. De meeste deelnemers aan de onderzoeken droegen waarschijnlijk de etniciteit van het land waarin het onderzoek is uitgevoerd. Dat betekent dat de resultaten niet kunnen worden gegeneraliseerd naar alopeciapatiënten in andere delen van de wereld, waaronder de Nederlandse populatie.

Basis voor verder onderzoek
De uitgebreide literatuurstudie en scriptie van Sieuwke en Juliette biedt een mooi overzicht van de beschikbare literatuur en bevestigt het gebrek aan goed onderzoek op dit gebied. Op basis van dit overzicht zullen we als Alopecia Vereniging samen met zusterverenigingen, onderzoekers en onderzoeksinstellingen benaderen om onderzoek te stimuleren en waar mogelijk te faciliteren. Immers, de inbreng van de patiënt is onontbeerlijk in goed onderzoek.

We houden u op de hoogte.

Lees hier het interview met studenten HBO Huidtherapie in het Alopecia Magazine 2016.

Direct lotgenootcontact

lotgenootcontact-wat-we-doen-pagina

Overige vragen:
073 - 2200 436

 

Alopecia Vereniging

Postadres:
Hambakenwetering 15
5231 DD 's-Hertogenbosch

E      ofni.[antispam].@alopecia-vereniging.nl
W    www.alopecia-vereniging.nl

Nieuwsbrief Alopecia