Mijn moeder vond het verschrikkelijk dat ik helemaal kaal was geworden. Toen ik als puber twee keer areata kreeg, breide ze haarbandjes om de kale plekken te bedekken. Ze smeerde mijn hoofdhuid in met iets van teerzalf en ging met me mee als ik in het ziekenhuis onder een lamp werd gezet.
Maar dat ik nu al mijn haar was verloren, was volgens haar het allerergste. Ze kon er wel om huilen. En daarmee maakte ze van mijn verdriet haar verdriet. En probeerde ik háár te troosten in plaats van andersom. Met stoere one-liners die ik vond bij zuster-alopecians op Instagram. ‘Ik ben toch meer dan mijn haar?’ en ‘Ik ben toch nog steeds dezelfde Marischka?’ Om vervolgens mezelf een aai over mijn gladde bolletje te geven.
Tijdens een zomerse familiedag in de tuin kwam het zover dat ik mijn moeder mijn nieuwste pruik opzette. Hilariteit alom. Ze had nog nooit zo’n mooie volle bos gehad. Waarmee ik maar weer eens wilde zeggen: Kijk eens hoe leuk! Zo erg is het toch allemaal niet?
Of ze er uiteindelijk vrede mee kreeg dat mijn uiterlijk zo drastisch veranderde en dat haar dochter kaal door het leven moest gaan, ik hoop het oprecht.
Een jaar na mijn volledige haaruitval zat ik aan haar sterfbed, met de enige pruik van echt haar die ik bezit. Dat vond ze de mooiste.
Wil je meer lezen over Marischka de Jager? Lees hier haar eerste column.
Overige vragen:
073 - 2200 436
Postadres:
Hambakenwetering 15
5231 DD 's-Hertogenbosch